Westerse astrologie/De klassieke planeten
De 'Ouden' zagen deze planeten als een soort zwervende goden en dichtten hieraan in de loop van de geschiedenis bepaalde kenmerken en kwaliteiten toe. Ook Zon en Maan, die ook 'de lichten' genoemd worden, maakten deel uit van de astrologische planeten, die allen bij heldere hemel of met geringe vergroting met het oog te observeren waren. Hedendaagse klassieke astrologen noemen Mercurius, Venus en Mars de 'persoonlijke planeten', die iemands meest persoonlijke energieën symboliseren, en de verder afgelegen planeten Jupiter en Saturnus beschouwen zij ook als aspecten die te maken hebben met iemands functioneren in de maatschappij. Een wat aparte positie nemen Zon en Maan in, die te maken hebben met het Zijn (de existentie, hoe iemand zichzelf ziet) en het voelen (het emotionele aspect) van een persoon. In Jungiaanse termen staat de Zon voor het archetype van de vader, en de Maan als archetype van de moeder (zie ook Psychologische astrologie).
De onderstaande toewijzing van een heerser aan elk teken is de traditionele. Sinds de ontdekking van de 'transsaturnale' planeten Uranus, Neptunus en Pluto (nu dwergplaneet) zijn enkele heerschappijen gewijzigd, zodat bijvoorbeeld Mars nu heerser is van Ram en Pluto heerser van Schorpioen.
- - Zon: Heerser van het teken Leeuw
- - Maan: Heerser van het teken Kreeft
- - Mercurius: Heerser van het teken Tweelingen en Maagd
- - Venus: Heerser van Weegschaal en Stier
- - Mars: Heerser van Ram en Schorpioen
- - Jupiter: Traditioneel heerser van zowel Vissen als Boogschutter
- - Saturnus: Heerser van Steenbok en traditioneel heerser van Waterman