Leer jezelf ecologisch tuinieren/Aardbei
Het meest geteelde ras in Nederland en België is 'Elsanta'. Enkele rassen zijn 'Korona', 'Vima Zanta', 'Lambada' en 'Elianny'. Het allervroegste ras is 'Karina', maar geeft weinig vruchten. Doordragende rassen zijn onder andere 'AVA', 'Rapella', 'Evita', 'Everest', 'Vima Rina', 'Selva', 'Koning Kim', 'Everglade' en 'Ostara'. Van nature groeien (bos)aardbeien aan de rand van dennenbossen. De teelt van de aardbei is niet de makkelijkste. Een goede bestuiving door wind en/of insecten is noodzakelijk voor het verkrijgen van goedgevormde, volledig uitgegroeide vruchten. GEEN kalk strooien, wel dennennaalden, stro en zaagsel. Primula en struikbonen kunnen in de nabijheid worden geplant als signaalplanten tegen de taxuskever.
Alle families? |
Familie: Rozen (Rosaceae) Geslacht: Fragaria Soort: Fragaria × ananassa | ||||||||||||||
Bloei: Bloem: Meer van dezelfde kleur? |
? Wit | ||||||||||||||
Vrucht: | Rode tot oranjerode vrucht met gele zaadjes | ||||||||||||||
Bodem: Meer onder dezelfde omstandigheden? |
|
||||||||||||||
Goede buren: | Goede buren voor deze plant: andijvie, boon, borage, knoflook, kropsla, prei, radijs, spinazie, ui, wortel. | ||||||||||||||
Slechte buren: | Slechte buren voor deze plant: koolsoorten. | ||||||||||||||
Lokken: | Deze plant lokt en/of is vatbaar voor vruchtrot (Botrytis cinerea) is een van de belangrijkste ziekten. Tijdens de bloei treedt al besmetting op, die pas bij de rijping van de vrucht zichtbaar wordt. Ook bodemschimmels als verwelkingsziekte (Verticillium albo-atrum, Verticillium dahliae), roodwortelrot (Phytophthora fragariae var. fragariae) en stengelbasisrot (Phytophthora cactorum) komen veel voor. De bladeren en ook vruchten kunnen worden aangetast door meeldauw (Sphaerotheca aphani). Ook kan rode-vlekkenziekte (Diplocarpon earlianum), paarsrode vlekken op bladeren en bladstelen en witte-vlekkenziekte (Mycosphaerella fragariae) optreden. De witte-vlekkenziekte veroorzaakt grijswitte tot witte vlekjes omgeven door een paarsrode rand. Daarnaast kunnen kevers schade toebrengen, zoals de aardbeistengelsteker, de aardbeibloesemsteker en de aardbeiloopkever. De aardbeistengelstekers steken de bladeren en bloemtrossen van de plant af, zodat deze verwelken. De aardbeiloopkever vreet 's nachts de gele zaadjes uit de dopvruchtjes van de aardbei op. Ook muizen eten de gele zaadjes.
Slakken veroorzaken eveneens vaak schade aan de plantjes of de vruchten. In sommige gevallen eten ze zelfs de hele oogst op. Vaak worden (kleinere) aardbeienbedden daarom voorzien van een "muurtje" van kleine, scherpe steentjes of geplette schelpen, dit omdat een slak niet graag over scherpe randjes glijdt. | ||||||||||||||
Recepten: | Recepten vind je in het Kookboek. | ||||||||||||||
Let op!: | Bij baby's en zeer jonge kinderen kan het eten van verse aardbeien een allergische reactie oproepen. Dus beginnen met kleine stukjes aardbei, zodat het lichaam eraan kan wennen. | ||||||||||||||
FAQ: | Vragen en/of antwoorden over de Aardbei? |
Maan(d) | Werk | KK | KT | LT | VW | ZD | PA | RA |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
? | Zie zaaitijd. Aardbeien worden veelal vermeerderd door uitlopers, maar zaaien gebeurt ook, meestal om nieuwe variëteiten te krijgen. |
3-5 | O | |||||
8 WM | Zie (uit)planten. Jonge uitlopers die geworteld zijn afsteken en eventueel (op nieuw bed) uitplanten. Als winterbescherming beetje afdekken met dennennaalden of stro. Voor de normale teelt in de vollegrond worden deze planten eind juli en begin augustus uitgepoot. Het daaropvolgende jaar kan dan van deze planten aardbeien geoogst worden. Na twee tot drie jaar de oude planten weg schoffelen. |
30 | 50 | |||||
6 | Zie oogsten en bewaren. Vanaf deze maand plukken. Ook de vruchtrozetjes weghalen. De oogst van nieuwe stekken is pas volgend jaar. Behalve eten kan je aardbeien ook inmaken of gebruiken om jam, sap of wijn van te maken. |
|||||||
10 WM | Zie vermeerderwijze. Uitlopers selecteer je in de eerste plaats op gezonde planten. De moederplant moet vruchten voortbrengen van goede vorm, groot en mooie kleur. Selecteer ook op rijpheid van vroeg tot laat waardoor je de oogst kan spreiden. Stevige vruchten kan je langer bewaren en zijn niet zo vatbaar voor schimmel. De vruchtstelen mogen niet te taai zijn omdat anders bij het plukken de bloemtros beschadigd wordt. Ook weinig of niet gevoelig voor nachtvorst is een voordeel. Enkele vroege rassen waarvan de bloemen afvriezen krijgen daarna zware bloemvorming. Deze planten merken voor vermeerdering want het komt niet zo vaak voor. Overigens kun je voor verjonging de uitlopers ook in kleine potjes met potgrond zetten, de stengels later doorknippen en onder glas laten overwinteren |
SA |