Leer jezelf ecologisch tuinieren/Kropsla
Sla wil veel water hebben anders schiet hij snel door, dus een vrij vochtige grond is aan te bevelen of je moet graag met de gieter willen rondlopen.
Alle families? |
Familie: Composieten (Asteraceae) Geslacht: Sla Soort: Lactuca | ||||||||||||||
Bloei: Bloem: Meer van dezelfde kleur? |
Afhankelijk van zaaitijd Geel | ||||||||||||||
Hoogte/Lengte: Meer van dezelfde hoogte? |
± 100 cm. | ||||||||||||||
Bodem: Meer onder dezelfde omstandigheden? |
|
||||||||||||||
Goede buren: | Goede buren voor deze plant: Aardappel, aardbei, dille, erwt, kervel, komkommer, raap, radijs, rammenas, ui, wortel. | ||||||||||||||
Slechte buren: | Slechte buren voor deze plant: tomaat, tuinboon, venkel, zonnebloem. | ||||||||||||||
Lokken: | Deze plant lokt en/of is vatbaar voor Slak. | ||||||||||||||
Recepten: | Recepten vind je in het Kookboek. | ||||||||||||||
FAQ: | Vragen en/of antwoorden over de Kropsla? |
Maan(d) | Werk | KK | KT | LT | VW | ZD | PA | RA |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
3-10 WM | Zie zaaitijd. De maart- en augustus- tot oktoberzaai in de bak/kas zaaien. De overige maanden kan in de volle grond gezaaid worden. Zaai in vochtige, voedzame grond en zorg voor schaduw van andere planten. Zaai sla niet na andijvie op dezelfde plek. |
4 | 7 | 1 | 1 | |||
4-11 WM | Zie (uit)planten. Steeds een maand na de zaai uitplanten (bij een centimeter of 6 hoogte). De winterteelt (9-11) gebeurt geheel onder glas. Goed afdekken bij vorst en regelmatig luchten. Plant de kroppen niet te hoog (zwakke planten) of te diep (blad gaat rotten), maar zo dat het blad van de krop de grond niet raakt. |
25 | 30 | |||||
4-11 | Verzorgen: De zomerteelt (4-6) is gevoelig voor droogte (doorschieten), geef water tot de wortels zijn aangeslagen. Zorg voor heel lage bodembedekkers om het vocht vast te houden en buurplanten die wat schaduw geven. |
|||||||
2-11 | Zie oogsten en bewaren. Oogst regelmatig de eerst gezaaide kroppen. Snij daarvoor met een scherp mes de krop aan de basis af. Wacht niet totdat ze allemaal groot zijn want dan gaat het snel en blijf je met sla zitten die gaat doorschieten en last krijgt van ziektes. Geef het eventueel teveel aan sla, weg. Sla kan niet bewaard worden. Een geoogste krop kan je met een plantenspuit bevochtigen om hem wat langer fris te houden, maar binnen drie dagen moet je de krop wel gebruikt hebben (tussen 2 en 5 graden bewaard, iets langer). Het best is de teelt te spreiden. |
|||||||
3-4 | Zie vermeerderwijze. Zaad winnen van sla is makkelijk. Het is eenjarig (dus hetzelfde jaar zaad), een zelfbestuiver. Kies de kroppen met een flinke omvang die het laatst doorschieten en neem een vroege soort en een late soort. Zo krijg je zaad voor sla die tegen koude of warmte kan. Erg belangrijk is dat je kroppen kiest die traag in het zaad schieten. Plant een twaalftal kroppen uit, laat die doorschieten en kropblaadjes die gaan scheuren (rotten) neem je weg. De allereerste uitschieters haal je weg evenals de slechte kroppen. Als de bloemstengel moeilijk door de krop komt snij je de krop in het midden wat in. Steun de stengel want die kan een meter hoog worden. Drie weken na de bloei is het zaad rijp. Als de zaden gaan pluizen (lijken op paardebloem, maar dan veel kleiner) de stengels afsnijden en drogen. Hang de schermen boven een doek want veel valt er bij het drogen al uit. Schermen tussen de handen wrijven om het zaad vrij te maken. Het kaf blaas je weg. |
Z |