Filosofisch woordenboek/I
- Idealisme - of filosofie van de geest - staat lijnrecht tegenover materialisme. Het is een filosofische opvatting die stelt dat de werkelijkheid is gebaseerd op de geest. Met andere woorden: mentale representaties, denken en bewustzijn is de enige werkelijkheid. De idealist geeft een prominente plek aan de ideeën en beweert dat er geen werkelijkheid is zonder dat ze gedacht kan worden. Een bekend idealist onder de filosofen is Plato met zijn Ideeënleer. Zie ook: Duits idealisme.
- Ideeënleer of Leer der Vormen verwijst naar Plato's 'Ideeën', een soort algemene begrippen die als 'vorm' gezien worden voor de materiële objecten in de wereld. Hij plaatst ze in een 'ideeënwereld' waar het 'idee van het Goede' de top van de hiërarchie van ideeën vormt. Een voorbeeld: we zien overal stoelen, in allerlei vormen en stijlen. Toch herkennen we ze als 'stoel'. Dat is het idee 'stoel' waar alle tijdelijke vormen zijn van afgeleid. Deze ideeën zag Plato als het enig werkelijke, terwijl alles wat aan verandering onderhevig is (wat wij dan weer als werkelijk zouden beschouwen!) slechts illusie is. Dit illustreert hij treffend in de 'allegorie van de grot'.
- Immanentie: Het binnen de grenzen van het normale bewustzijn blijven. Het tegenovergestelde is Transcendentie.
- Imperatief: Volgens de filosofie van Kant een praktische wet die de wil van ieder mens bepaalt. De imperatief heeft een eisend maar geen dwingend karakter. Kant onderscheidt verder de hypothetische - dat wil zeggen aan een voorwaarde gebonden om te kunnen gelden - imperatief - zoals de stelling "u moet uw gezondheid in acht nemen" die alleen geldt indien men oud wil worden -, en de categorische ofwel onvoorwaardelijk geldende imperatief.
- Indeterminisme - Het tegenovergestelde van Determinisme, niets is vastgesteld.
- Inductie: Redeneerwijze waarbij eerst systematisch feiten en ervaringen worden verzameld, waarna door middel van generalisatie hieruit algemene wetten en regels worden afgeleid. Men spreekt ook wel van inductief redeneren.
- I Tjing of I Ching (Chinees voor "Boek der Veranderingen") - Oude Chinese tekst, een van de Vijf Klassieken van het confucianisme. Oorspronkelijk was het een systeem van divinatie waarbij orakelbotten, duizendbladstelen of munten werden geworpen. Het boek bestaat uit 64 zeslijnige figuren (hexagrammen), die elk zijn opgebouwd uit twee trigrammen. Traditioneel wordt de vorming van de hexagrammen en de interpretatie ervan toegeschreven aan Wen Wang, 12e eeuw v.Chr. (Zie verder in het wikibook Magie/Waarzeggerij).