Verklarende woordenlijst biologie voor het secundair onderwijs/M
maagBewerken
Onderdeel van het spijsverteringstelsel, tussen slokdarm en twaalfvingerige darm.
maagportierBewerken
De maagportier of pylorus is de kringspier die zich aan de uitgang van de maag en het begin van de twaalfvingerige darm bevindt. Deze spier regelt de hoeveelheid voedsel die wordt doorgelaten naar de darm.
macrofaagBewerken
macromeerBewerken
macroscopischBewerken
In tegenstelling met een microscopisch is een macroscopisch object met het blote oog waarneembaar. (Voorwerpen groter dan 1 mm)
Zie Wikipedia
maltaseBewerken
maltoseBewerken
Maltose is een disacharide die opgebouwd is uit twee glucosemoleculen.
Zie Wikipedia
mannelijke geslachtsorganenBewerken
Meer afbeeldingen over dit onderwerp vindt u in Categorie Human male reproductive system op Wikimedia Commons |
meeldraadBewerken
meioseBewerken
of meiosis of reductiedeling
DefinitieBewerken
De meiose (meiosis) is een tweedelig delingsproces dat voortplantingscellen produceert. Daarbij wordt het aantal chromosomen gehalveerd, zodat de vier ontstane cellen haploïd (n) zijn.
De eicel bij de vrouw en de zaadcel bij de man hebben 23 chromosomen en zijn door meiose ontstaan uit moedercellen met 46 chromosomen.
Zie Wikipedia
MultimediaBewerken
- Animatie van ntr SchoolTV
- Animatie van Bioplek
- Animatie van Biodesk
- Creatief met parelsnoeren
- Vergelijking mitose-meiose (How Cells Divide) van NOVA online
Ander lesmateriaalBewerken
Afbeeldingen van Wikimedia CommonsBewerken
Meer afbeeldingen over dit onderwerp vindt u in Categorie Meiosis op Wikimedia Commons |
melanineBewerken
melanocytBewerken
melksuikerBewerken
melkzuurBewerken
membraanBewerken
of membraam
MendelwettenBewerken
Deze wetten genoemd naar Gregor Mendel vormen de basis van de klassieke genetica en zijn gebaseerd op de kruisingsproeven die door hem werden uitgevoerd op erwten. Mendel formuleerde volgende wetten:
- De uniformiteitswet (of eerste wet van Mendel) gaat over de F1-nakomelingen: bij kruising van twee raszuivere individuen die in één erfelijke eigenschap van elkaar verschillen zijn de nakomelingen van de F1-generatie onderling identiek of uniform.
- De splitsingswet (of tweede wet van Mendel) gaat over de F2-generatie: bij onderlinge kruising van individuen uit de eerste uniforme generatie krijg je in de tweede generatie nakomelingen die van elkaar verschillen volgens een vaste getalsverhouding. Die verhouding is 3:1 voor een dominant- recessief kenmerk en 1:2:1 voor een codominant of intermediair kenmerk.
- De onafhankelijkheidswet (of derde wet van Mendel): de verschillende erfelijke kenmerken worden onafhankelijk van elkaar overgeërfd. Bij kruising van individuen die raszuiver zijn voor meerdere erfelijke kenmerken waarin ze van elkaar verschillen gelden de vorige regels ook voor elk apart kenmerk.
- De reciprociteitswet: de bekomen resultaten blijven hetzelfde bij een reciproke kruising. (Of een groene erwt bevrucht wordt met stuifmeel van een gele erwt of dat, andersom, een gele erwt bevrucht wordt met stuifmeel van een groene erwt verandert niets aan de bekomen nakomelingen.)
MultimediaBewerken
- Wie was Mendel? (The Field Museum)
- Wetten van Mendel interactief uitgelegd op BIOPLEK
- Andere interactieve geneticaopdrachten van BIOPLEK
Ander lesmateriaalBewerken
- Zelftoetsen op de Mendelwetten
- Genetics Practice Problems: reeks interactieve oefeningen over mono- en dihybride kruisingen
- Gregor:Oefeningen in de Mendeliaanse genetica
- Nog een zelftest
Afbeeldingen van Wikimedia CommonsBewerken
Meer afbeeldingen over dit onderwerp vindt u in Categorie Mendelian inheritance op Wikimedia Commons |
menopauzeBewerken
mensaapBewerken
Mensapen of Hominoidea zijn in sommige taxonomische indelingen een superfamilie binnen de primaten. Deze superfamilie omvat de gibbons en de mensachtigen, waaronder de mens. Zie Wikipedia
menstruatieBewerken
mergBewerken
mergschedeBewerken
mergstraalBewerken
meristeemBewerken
Meristeem is delingsweefsel bestaande uit stamcellen, waarmee planten kunnen aangroeien. In de plantenwereld bevinden de primaire meristeemcellen zich aan de groeitoppen van stengel en wortel. Zij zorgen voor de groei van de plant, meer bepaald van de stengels, bladeren wortels. De secundaire meristeemcellen bij planten bevinden zich in de cambiumlaag, en dit zowel bij kruidachtige als bij houtachtige planten.
mesenchymBewerken
mesodermBewerken
Mesoderm is het middelste kiemblad van een embryo. Zie Wikipedia
messenger-RNABewerken
zie mRNA
metabolietBewerken
metabolismeBewerken
metafaseBewerken
Tijdens de metafase zijn de duidelijk zichtbare chromosomen, die nu met hun centromeer aan de spoeldraden gehecht zijn, op het evenaarsvlak gerangschikt. (Met het evenaarsvlak bedoelen we het vlak, midden tussen de twee polen; het vlak ook waarlangs later de insnoering van het cytoplasma, de cytokinese, zal plaats vinden.)
- Bij de metafase van de mitose liggen de chromosomen allemaal naast elkaar in het evenaarsvlak.
- Bij metafase I van de meiose zitten de homologe chromosomen als het ware gespiegeld tegen over elkaar op het evenaarsvlak.
- Bij metafase II van de meiose liggen de chromosomen met hun centromeer allemaal in het evenaarsvlak.
Afbeeldingen van Wikimedia CommonsBewerken
Situering van de metafase in de celcyclus
Meer afbeeldingen over dit onderwerp vindt u in Categorie Metaphase op Wikimedia Commons |
metamorfoseBewerken
Gedaantewisseling bij dieren, vooral bij geleedpotigen en amfibieën. De overgang van rups naar pop en het ontpoppen tot vlinder zijn voorbeelden van metamorfose.
MultimediaBewerken
metastaseBewerken
micelBewerken
microtubulusBewerken
microklimaatBewerken
Door omstandigheden kan een kleine plaats andere klimaatskenmerken hebben dan je normaal daar zou verwachten. Zo capteren zuidgerichte hellingen meer zon dan de omgeving. Het microklimaat op deze hellingen laat bijvoorbeeld wijnbouw toe in streken waar er normaal te weinig zon is om een goede wijn te krijgen. Microtubuli (enkelvoud -tubulus) zijn buisvormige eiwitstructuren die in alle eukaryote cellen gevonden worden. Zie Wikipedia
micromeerBewerken
microscopischBewerken
Objecten zijn microscopisch, indien ze niet met het blote oog kunnen waargenomen worden. Daarom kunnen microscopische objecten alleen bestudeerd worden met hulpmiddelen zoals loupes, licht- en elektronenmicroscopen
microvillusBewerken
Microvilli (enkelvoud: Microvillus, lat: villus "borstelig haar (van dieren), wol") zijn microscopische uitstulpingen van het celmembraan die het oppervlak van cellen drastisch vergroten. Zie Wikipedia
middenlamelBewerken
middenoorBewerken
middenrifBewerken
middenrifademhalingBewerken
migratieBewerken
milieuBewerken
milieu, externBewerken
milieu, internBewerken
milieufactorBewerken
miltBewerken
mimicryBewerken
of mimicrie
Bij mimicry lijkt een dier of plant op een ander dier of plant, veel meer dan door toeval, levenswijze en gezamenlijke afstamming verwacht mocht worden. Een van beide soorten bootst de andere soort na. De niet-giftige melkslang haalt voordeel uit haar verwarrende gelijkenis of mimicry met de dodelijk giftige koraalslang.
Zie Wikipedia
mineraalBewerken
mineralisatieBewerken
mitochondrieBewerken
of mitochondrion of mitochondrium
Een mitochondrie, (meervoud mitochondriën of mitochondria) is een staaf- of bolvormig celorganel, dat functioneert als energiecentrale van de cel.
mitoseBewerken
of mitosis of gewone celdeling
DefinitieBewerken
De mitose is het delingsproces waarbij een cel zich splitst in twee dochtercellen. Daarbij bevat de kern van elk van die nieuwe cellen hetzelfde aantal chromosomen als de oorspronkelijke cel. Zowel de moedercel als de dochtercellen zijn dus diploïd (2n).
Met andere woorden, beide dochtercellen beschikken over de volledige genetische informatie.
De mitose is een onderdeel van de celcyclus en wordt zelf opgedeeld in vier fasen: de profase, de metafase, de anafase en de telofase. (In meer recente biologieboeken zijn er vijf fasen: de prometafase wordt tussen profase en metafase in geplaatst).
MultimediaBewerken
- Animatie van ntr SchoolTV
- Animatie van Bioplek
- Animatie van Biodesk
- Animatie van John Kyrk
- Creatief met parelsnoeren
- Vergelijking mitose-meiose (How Cells Divide) van NOVA online
Ander lesmateriaalBewerken
Afbeeldingen van Wikimedia CommonsBewerken
Meer afbeeldingen over dit onderwerp vindt u in Categorie mitosis op Wikimedia Commons |
modificatieBewerken
Het ontstaan van verschillen in het fenotype door invloeden van de omgeving bij individuen die genetisch gelijk zijn (of hetzelfde genotype hebben) noemt men modificatie. Modificaties worden veroorzaakt door het milieu en zijn niet erfelijk, dit in tegenstelling tot de erfelijke veranderingen die mutaties genoemd worden.
Voor genetische modificatie zie genetische technologie
moedercelBewerken
De diploïde cel die door mitose twee nieuwe cellen vormt wordt moedercel genoemd. Bij de meiose worden de 4 haploïde gameten ook gevormd uit één diploïde moedercel.
monocotylBewerken
Synoniem voor eenzaadlobbige
monocultuurBewerken
monocytBewerken
monofaagBewerken
monogamieBewerken
monohybride kruisingBewerken
Kruising van twee individuen die in slechts één enkel erfelijk kenmerk van elkaar verschillen.
monoklonale antistofBewerken
monosacharideBewerken
Monosachariden zijn de eenvoudigste koolhydraten, sachariden of suikers. Monosachariden met 3 koolstofatomen heten triosen, die met 4, 5 en 6 resp. tetrosen, pentosen en hexosen. De meest bekende monosacharide is glucose.
morfogeneseBewerken
mortaliteitBewerken
morulaBewerken
motivatieBewerken
motorisch neuronBewerken
motorisch veldBewerken
motorische eenhedenBewerken
mRNABewerken
multiple allelenBewerken
Indien er van een gen of erfelijk kenmerk meer dan twee varianten of allelen voorkomen, dan spreekt men van multiple allelen. Zo wordt de bloedgroep bij de mens bepaald door multiple allelen. Voor dit kenmerk zijn er nl. 3 allelen: A, B en O.
mutageenBewerken
Oorzaak van mutaties in het DNA. Sommige chemische stoffen en ioniserende straling kunnen de samenstelling van het DNA veranderen en zijn dus mutageen.
mutantBewerken
Individu dat het resultaat is van een mutatie. Het bezit van een gemuteerd gen blijkt uit het fenotype van dit individu.
Zo is een albino merel een mutant: het gen dat codeert voor de aanmaak van de kleurstof melanine is door mutatie gewijzigd, zodat het enzym dat instaat voor de productie van melanine niet meer werkt.
mutatieBewerken
Verandering in het erfelijk materiaal (DNA). Wanneer een mutatie optreedt in een gameet kan er een nieuwe erfelijke eigenschap ontstaan. Zie Wikipedia
mutualismeBewerken
Type van symbiose waarbij de individuen van beide soorten voordeel hebben.
myceliumBewerken
De zwamvlok of mycelium is het netwerk van alle draden van een schimmel. Deze schimmeldraden zelf worden ook wel hyfen genoemd. Zie Wikipedia
myelineBewerken
myelineschedeBewerken
myofibrilBewerken
myoglobineBewerken
Myoglobine is het zuurstofbindende eiwit dat in grote hoeveelheden voorkomt in de spieren. Zie Wikipedia