Verklarende woordenlijst biologie voor het secundair onderwijs/P
P-generatieBewerken
of parentale-generatie
Dit is de oudergeneratie bij de klassieke erfelijkheidsproeven van Mendel. Deze bestaat uit twee individuen die beiden homozygoot zijn voor het erfelijk kenmerk waarin ze van elkaar verschillen.
pacemakerBewerken
paleontologieBewerken
palissadeparenchymBewerken
palynologieBewerken
pancreasBewerken
papillairspierBewerken
parasietBewerken
parasitismeBewerken
parasympathisch zenuwstelselBewerken
parenchymBewerken
paringsgedragBewerken
parthenogeneseBewerken
passieve immunisatieBewerken
pasteurisatieBewerken
pathogeenBewerken
PCBBewerken
pCO2Bewerken
pectinaseBewerken
pectineBewerken
penicillineBewerken
penisBewerken
De penis is het mannelijk copulatieorgaan, maar is tevens één van de uitscheidingsorganen . De penis is een buisvormig orgaan rond de urinebuis en bestaat grotendeels uit zwellichamen, die bij seksuele opwinding kunnen uitzetten (zie erectie). De penis eindigt in een verbreding de eikel, die omgeven wordt door de voorhuid.
Meer afbeeldingen over dit onderwerp vindt u in Categorie Human penis op Wikimedia Commons |
pepsineBewerken
pepsinogeenBewerken
peptaseBewerken
peptidaseBewerken
peptidebindingBewerken
perifeer zenuwstelselBewerken
perikaryonBewerken
peristaltiekBewerken
Zie Wikipedia
Peristaltische beweging = De knijpende beweging van een buisvormig orgaan. Bij peristaltiek trekken de lengtespieren en de kringspieren in de wand van dit buisvormige orgaan samen.
peritoniumBewerken
permeabelBewerken
peroxidaseBewerken
persistente stofBewerken
Biologisch slecht afbreekbare stof, die zich kan ophopen in het milieu.
pessariumBewerken
pesticideBewerken
pHBewerken
pigmentcelBewerken
pijpbeenBewerken
pikordeBewerken
pilBewerken
De pil: zie anticonceptiepil
Zie Wikipedia
pinocytoseBewerken
pioniersfaseBewerken
pioniersoortBewerken
piramideBewerken
placentaBewerken
placentahormoonBewerken
Zie HCG
Zie Wikipedia
plantBewerken
plasmaBewerken
plasma-eiwitBewerken
Eiwit in het bloedplasma. De belangrijkste plasma-eiwitten zijn albumine, fibrinogeen en globuline.
plasmacelBewerken
plasmagroeiBewerken
De plasmagroei is het toenemen van de celmassa tijdens de G1-fase van de cellcyclus.
plasmideBewerken
plasmodesmaBewerken
plasmolyseBewerken
plastideBewerken
pleuraBewerken
ploïdiemutatieBewerken
Zie genoommutatie
pneumothoraxBewerken
pO2Bewerken
poikilothermBewerken
poliepBewerken
pollenBewerken
polyandrieBewerken
polycondensatieBewerken
polyfaagBewerken
polygynieBewerken
polymeerBewerken
polymorfismeBewerken
polypeptideBewerken
polyploïdBewerken
polysacharideBewerken
poollichaampjeBewerken
poortaderBewerken
populatieBewerken
populatiedichtheidBewerken
populatiegeneticaBewerken
populatiegroeiBewerken
Toename of afname van het aantal individuen in een populatie, in de loop van de tijd of generaties.
portierBewerken
postsynaptisch membraanBewerken
predatieBewerken
predatorBewerken
prenatale diagnostiekBewerken
presynaptisch membraanBewerken
prikkelBewerken
prikkeldrempelBewerken
prikpilBewerken
primaire geslachtskenmerkBewerken
primaire productieBewerken
In een ecosysteem vormen de planten de producenten. Planten zetten via fotosynthese een fractie van de zonne-energie om in chemische energie (vooral in de vorm van ATP en glucose). Dit is de bruto primaire productie (BPP). Een gedeelte daarvan wordt door de planten zelf opnieuw verbruikt voor hun eigen stofwisseling. Wat overblijft stapelt de plant op onder de vorm van biomassa en dat uit zich door groei bij de plant. Deze toename in biomassa is de netto primaire productie (NPP). Alle biomassa bij de consumenten en de reducenten wordt rechtstreeks ( consumenten eerste orde) of onrechtstreeks ( consumenten hogere orde) door gebruik te maken van deze NPP.
De netto primaire productie van een ecosysteem kan dus vastgesteld worden door de toename van de totale plantenbiomassa in dat ecosysteem te meten (in ton per hectare en per jaar).
primaire structuurBewerken
Eiwitten hebben een driedimensionale vorm. Die driedimensionale vorm is cruciaal voor het goed functioneren van het eiwit. Deze vorm wordt bepaald door de onderlinge aantrekking- en afstotingkrachten van de opeenvolgende aminozuren in de eiwitketen. Deze interactiekrachten spelen op vier niveaus, die primaire, secundaire, tertiaire en quaternaire structuren genoemd worden. Voor een volledige beschrijving hiervan: zie eiwitstructuur.
De primaire structuur is gewoon de aminozuursequentie: de volgorde waarin de soms wel duizenden aminozuren via peptidebindingen aan elkaar gehecht werden.
Zie Wikipedia
primaire urineBewerken
primaatBewerken
prionBewerken
pro-enzymBewerken
producentBewerken
profaseBewerken
De profase is de eerste fase van de celdeling en dit zowel bij de mitose als bij de meiose.
Tijdens de profase
- condenseert het chromatine-netwerk zich tot chromosomen;
- verdwijnt, bij dierlijke cellen, ook de nucleolus of het kernlichaampje;
- verplaatsen, ook bij dierlijke cellen, de centrosomen zich naar tegenoverliggende polen in de cel;
- ontstaat de spoelfiguur van pool tot pool;
- en verdwijnt ook het kernmembraan.
In recente vakliteratuur wordt het verdwijnen van het kernmembraan en het aanhechten van de centromeren van de chromosomen aan de spoeldraden gesitueerd in de prometafase.
Afbeeldingen van Wikimedia CommonsBewerken
Situering van de profase in de celcyclus
Meer afbeeldingen over dit onderwerp vindt u in Categorie prophase op Wikimedia Commons |
progestageenBewerken
progesteronBewerken
prokaryootBewerken
Een prokaryote cel is een cel zonder kern.Het DNA bevindt zich niet in een door een membraan afgescheiden compartiment (de cel kern) binnen de cel , maar zwerft los door de cel. Ook ontbreken gewoonlijk andere organellen.
Zie Wikipedia
prolactineBewerken
prometafaseBewerken
Deze fase situeert zich tussen de profase en de metafase van de celdeling in.
Tijdens de prometafase lost het kernmembraan op. De microtubuli van de spoeldraden dringen door in de kern. Op beide chromatiden van elk chromosoom ontwikkelt zich bij het centromeer een aanhechtingsstructuur: het kinetochoor. De microtubuli van het spoellichaampje hechten zich hieraan vast.
In de Nederlandstalige middelbare schoolboeken worden deze twee processen (verdwijnen van celmembraan en aanhechting van de chromatiden aan de spoeldraden) bij de profase gesitueerd. (De prometafase wordt dus niet als aparte fase behandeld.)
Afbeeldingen van Wikimedia CommonsBewerken
Situering van de prometafase in de celcyclus
promotorBewerken
prooidierBewerken
proplastideBewerken
prostaatBewerken
Zie Wikipedia
een klier die onder de blaas zit bij de man. Deze klier produceert een aantal hulpstoffen die aan het sperma worden toegevoegd. De prostaat voorkomt dat er sperma in de blaas kan stromen.
proteaseBewerken
proteïneBewerken
protistBewerken
protocolBewerken
protoplasmaBewerken
protozoaBewerken
protrombineBewerken
provitamineBewerken
puberteitBewerken
puntmutatieBewerken
pupilBewerken
pupilreflexBewerken
purineBewerken
pylorusBewerken
Zie maagportier