Nederlands/Grammatica/Persoonlijke voornaamwoorden/Hun
Hun is een verbogen vorm van de derde persoon meervoud.
Hun als voorwerpsvorm
bewerkenHun als grammaticaal object wordt gebruikt voor personen in alle gevallen waarin hen niet mogelijk is:
- als meewerkend voorwerp, tenzij voorafgegaan door een voorzetsel (Ik geef hun het glas);
- als belanghebbend voorwerp, tenzij voorafgegaan door een voorzetsel (Ik schenk hun een drankje in);
- als ondervindend voorwerp (Het glas is hun te leeg);
- als bezittend voorwerp (Hij sloeg hun het glas uit de hand).
Hun als bezittelijk voornaamwoord
bewerkenHun is ook het bezittelijk voornaamwoord van de derde persoon meervoud:
- Dat is hun huis.
- Het werk is gedaan volgens hun instructies.
Hun als onderwerp
bewerkenHun wordt ook wel in de spreektaal in veel delen van Nederland (in Vlaanderen of Suriname komt dit gebruik niet voor) gebruikt als onderwerpsvorm in plaats van zij, ze of die (3e persoon meervoud). Dit geldt als substandaard en wordt over het algemeen als incorrect beschouwd.
Hun hebben het gedaan. → Zij hebben het gedaan.
Hun als onderwerp wordt alleen gebruikt om naar personen te verwijzen, dus niet naar zaken of abstracte begrippen, bijvoorbeeld:
- Waar zijn de kinderen? Hun spelen in de zandbak.
- Waar zijn de boeken? Hun liggen op de bank. (ongebruikelijk)
Dit gebruik heeft zich in de loop van de 20 eeuw snel verspreid. Even snel heeft zich de reactie ertegen verspreid; in onderwijsinstellingen wordt er met klem op gewezen dat dit gebruik fout is. In taalkundige termen, waar men niet van "goed" of "fout" spreekt bij woorden die algemeen gebruikelijk zijn, geldt dit gebruik van hun als onderwerp zoals gezegd als substandaard: gebruikt in een context die geen dialect is en deel uitmaakt van nagenoeg hetzelfde taalsysteem als de standaardtaal, maar niet tot de standaardtaal gerekend om normatieve redenen.